Na 2.000m kwam ik door in 5’46” of ongeveer even snel als bij mijn 3.000m twee weken eerder in Kortrijk. Het tempo stokte wat bij mij alsook bij de overige atleten in de kopgroep. Steven De Loose stapte even later zelfs uit de wedstrijd. Ik moest uiteindelijk Stroobants, Van Peborgh, Sergooris en de Zweed Erik Widing wat laten gaan, mijn achterstand bleef echter beperkt. Ik had geen super gevoel in de benen en ik begon ook wat last te krijgen van mijn voeten, maar ik bleef volhouden.
In de laatste 200m kon ik zoals gewoonlijk nog een goede eindsprint inzetten en zo ging ik nog over Jonas Sergooris (5de in 14’51”74) en strandde ik als 4de met 14’47”52 in het spoor van Jesse Stroobants (2de in 14’45”72) en Erik Widing (3de in 14’47”52). De wedstrijd werd gewonnen door Nick Van Peborgh in 14’40”82. Al deze atleten liepen dit jaar al tussen de 14’20” en 14’30”. Voor mij een opsteker dat ik in de buurt van deze atleten kon finishen. Ik hoopte op een scherpere chrono, maar de omstandigheden waren voor mij niet ideaal en ook ben ik nog maar enkele weken met interval bezig. Wonderen mocht ik dus niet verwachten. Mijn pistewedstrijden zie ik vooral als een goede training om de basissnelheid aan te scherpen. Dit heb je als marathonloper zeker nodig wil je in de toekomst nog progressie maken. De beste Belgische marathonlopers liepen deze zomer meer dan ooit op de piste!
Nadat ik had losgelopen na mijn wedstrijd in Ninove brak er een hels onweer los. Heel wat wedstrijden in het naprogramma vielen letterlijk in het water en de meeting werd uiteindelijk stopgezet. Na de meeting in Ninove vertrok ik samen met mijn coach Kristof Haverbeke en Norddine Amrani voor drie weken naar het Zwitserse Sankt-Moritz voor een hoogtestage.